Externe Verslaggeving
Grote en middelgrote bedrijven zijn verplicht een jaarrekening op te stellen. Deze jaarrekeningen moeten voldoen conform de regels van het verslaggevingsstelsel, wat is opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en volgens de regels van de Raad voor de Verslaggeving. Jaarrekeningen zijn onderdeel van de externe verslaggeving en geven een overzicht van het afgelopen boekjaar en een vergelijk met de voorgaande boekjaren.
De externe verslaggeving is van belang voor diverse partijen, zoals de eigenaren van de onderneming, de aandeelhouders, financiële instellingen, klanten een leveranciers. Op basis van de gegevens van de jaarrekening kunnen de partijen financiële en economische beslissingen nemen. Er bestaan in Nederland verschillende verslaggevingsstelsels die afhankelijk van de soort onderneming toegepast kunnen worden.
Regelgeving verslaggevingsstelsels
In de meeste gevallen zullen jaarrekeningen gedeponeerd moeten worden bij de Kamer van Koophandel (KVK) en moeten opgesteld worden volgens een verslaggevingsstelsel. In Nederlands zijn de wet- en regelgeving omtrent de externe verslaggeving vastgelegd in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk wetboek. Ondernemingen die beursgenoteerd zijn, hanteren verplicht de International Financial Reporting Standards (IFRS). Ook ondernemingen die niet aan de beursgenoteerd zijn, mogen op vrijwillige basis de externe verslaggeving op basis van IFRS opstellen.
Nederlandse en Europese regelgeving
De Nederlandse regelgeving omtrent de externe verslaggeving en het opstellen van de jaarrekening zijn vastgelegd in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De regels hierin zijn sinds 2013 aangepast aan de Europese richtlijn 2013/34/EU. Deze Europese richtlijn is ingevoerd voor het verminderen van de administratieve lasten voor vooral kleine en middelgrote ondernemingen.
Er is daarom ook een microrechtspersoon geïntroduceerd. Een microrechtspersoon kan een sterk vereenvoudigde versie van de jaarrekening aanleveren met een verkorte balans en een verkorte winst- en verliesrekening.
De Raad voor de jaarverslaggeving (RJ)
De externe verslaggeving en de jaarrekening dienen dusdanig opgesteld te worden zoals in het maatschappelijk verkeer aanvaardbaar is. De Raad voor de jaarverslaggeving ziet hier op toe. De regels van de RJ zijn niet verplicht gesteld, maar kunnen wel gezien worden als de norm voor het maatschappelijk verkeer. Dit wordt bewezen door gerechtelijke arresten die de norm, zoals door het RJ is vastgesteld als basis nemen.
Onderdelen van de externe verslaggeving
De verschillende onderdelen van de externe verslaggeving die een onderneming jaarlijks moet aanleveren bestaan uit de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens.
Jaarrekening
De jaarrekening dient dusdanig opgesteld te zijn dat het inzicht geeft in de financiële en economische situatie van de onderneming. De solvabiliteit en de liquiditeit moet uit de jaarrekening te halen zijn, zodat er een betrouwbaar oordeel over de financiële situatie van de onderneming geveld kan worden. Op basis hiervan kunnen de belanghebbende partijen beslissingen nemen. Artikel 362 van het Burgerlijk Wetboek geeft tevens aan, dat als een onderneming internationale vertakkingen heeft, het gerechtvaardigd is om een jaarrekening op te stellen volgens de normen van het maatschappelijk verkeer van andere EU lidstaten. Het doel van de EU richtlijnen is om de transparantie hiermee te vergroten.
Jaarverslag
Onderdeel van de externe verslaggeving is tevens het jaarverslag of het bestuursverslag. Gebruikelijk is het om het jaarverslag te bundelen met de jaarrekening. Het jaarverslag moet een getouw beeld geven van de de toestand van de onderneming op de balansdatum en de ontwikkelingen van de onderneming tijdens het boekjaar. Het jaarverslag moet in overeenstemming zijn met de jaarrekening. Kleine ondernemingen hoeven geen jaarverslag op te stellen.
Overige gegevens externe verslaggeving
• De accountantsverklaring, waarmee de externe verslaggeving als betrouwbaar wordt bestempeld.
• De statutaire regelingen rondom de bestemming van de winst.
• De statutaire regelingen wanneer een onderneming een tekort laat zien.
• Namenlijst van personen met een bijzonder statutair recht in de onderneming.
• Overzicht van het aantal aandelen zonder stemrecht en het aantal aandelen zonder recht op winstdeling.
• Overzicht van nevenvestigingen, alsmede de landen waar deze nevenvestigingen gevestigd zijn en eventueel de handelsnaam, als deze afwijkt van de naam van de onderneming.